Waarom is de inbreng in je vennootschap belangrijk?
Waarom is de inbreng in je vennootschap belangrijk?
Wanneer je een vennootschap wil opstarten, ben je verplicht een inbreng te doen in de vennootschap. Je inbreng zal dan behoren tot het eigen vermogen van de vennootschap.
Wat is een inbreng?
Wanneer je iets inbrengt in je vennootschap stel je eigenlijk iets ter beschikking voor een op te richten of een al bestaande vennootschap, met als doel een vennoot te worden en een aandeel te krijgen. De grootte van je aandeel zal evenredig zijn met de grootte van je inbreng. Je kan je aandeel ook groter maken, door opnieuw een inbreng te doen in de vennootschap.
Je kan op drie verschillende manieren iets inbrengen in je vennootschap:
1) Inbreng in geld: In dit geval zal je een geldsom inbrengen/ storten op de rekening van je vennootschap.
2) Inbreng in natura: Bij inbreng in natura kan je elk lichamelijk als onlichamelijk goed inbrengen in je vennootschap.
3) Inbreng in nijverheid: Bij inbreng in nijverheid zal je je verbinden om arbeid of diensten te presteren. Dit valt in principe ook onder inbreng in natura.
De inbreng in geld of in natura kan in eigendom of genot gebeuren.
1) Inbreng in eigendom: Bij inbreng in eigendom wordt het eigendom van de goederen overgedragen aan je vennootschap.
2) Inbreng in genot: Bij inbreng in genot worden de goederen enkel ter beschikking gesteld voor je vennootschap. Je vennootschap kan dan de goederen gebruiken en genieten van de opbrengst ervan.
Hoeveel moet ik inbrengen in mijn vennootschap?
Hoeveel je moet inbrengen in je vennootschap hangt af van de vorm van je vennootschap.
Bij de oprichting van deze vennootschapsvorm wordt er gesproken van een toereikend aanvangsvermogen. De grootte van dit aanvangsvermogen hangt af van wat je nodig zal hebben voor de activiteit van je vennootschap.
Voor de oprichting van je vennootschap moet je een financieel plan overhandigen aan je notaris. In dat financieel plan moet er worden aangetoond dat je aanvangsvermogen toereikend is voor de normale uitoefening van je activiteit gedurende ten minste twee jaar.
Stel dat je vennootschap failliet gaat binnen de drie jaar en het blijkt dat je aanvangsvermogen niet groot genoeg was, dan zal je als oprichter hoofdelijk aansprakelijk gehouden worden voor de verbintenissen van je vennootschap.
Vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap:
Bij de opstart van een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap is er geen verplichte minimale inbreng. Je kan dus terug vrij kiezen over de hoeveelheid van je inbreng in je vennootschap. Hier is het ook belangrijk dat je inbreng groot genoeg is voor de activiteit van je vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap.
Verenigingen en stichtingen:
Bij de oprichting van ivzw of stichting is er opnieuw geen wettelijk minimum inbreng, maar zal je wel iets moeten inbrengen. Dit kan terug door een inbreng in geld of in natura.
Waarom moet ik geld inbrengen in mijn vennootschap?
Je inbreng kan gebruikt worden als buffer. Je weet nooit dat je wat tegenslagen hebt in het eerste jaar na je oprichting. Daarom is het belangrijk dat je inbreng groot genoeg is, zodat je niet in de problemen komt.
Daarnaast is eigen inbreng ook belangrijk om externe financiering te kunnen krijgen. De inbreng van eigen middelen zegt namelijk iets over de risico’s die je als ondernemer bereid bent te nemen en over je vertrouwen in het slagen van je vennootschap.
Je kan het ook zo bekijken, als jij als starter geen middelen in je vennootschap wil brengen, waarom zouden derden, zoals de bank dat dan wel doen?
Nog vragen? Plan gerust een gesprekje in met één van onze experts!